Coöperatieve grondbeginselen

De eerste coöperaties ontstonden in Engeland in het midden van de 19e eeuw. Arme textielarbeiders legden hun beperkte geld bij elkaar om met elkaar een winkel te beginnen. Door gezamenlijk levensmiddelen in te kopen én omdat ze alleen verantwoording aan elkaar schuldig waren, konden ze de prijzen relatief laag houden. De coöperatie was van de leden die het geld inlegden en de winst werd weer herverdeeld onder die leden. Om deze - voor toen - nieuwe vorm van ondernemen goed te laten functioneren, werden een aantal grondbeginselen opgesteld. Nog steeds blijken ze een inspiratiebron en toetsingskader voor coöperaties van nu.

Grondbeginselen eerste coöperaties

De coöperatie is uitgevonden in Groot Brittanië. The Rochdale Society of Equitable Pioneers uit 1844 is hiervan het meest bekende en nagevolgde voorbeeld.
Daarom zijn de grondbeginselen van de eerste coöperaties bekend komen te staan als de Rochdale principes. Op basis hiervan heeft de International Co-operative Alliance in 1995 de volgende zeven principes opgesteld die vaak worden gebruikt bij het vormgeven van een coöperatie:

  1. vrijwillig en open lidmaatschap 
  2. democratische controle door de leden 
  3. economische participatie door de leden 
  4. autonomie en onafhankelijkheid van de coöperatie 
  5. opleiding, vorming en informatieverstrekking 
  6. coöperatie tussen coöperaties 
  7. zorg voor de gemeenschap

In Duitsland richtte Friedrich Wilhelm Raiffeisen in de tweede helft van de 19e eeuw diverse coöperaties op ter ondersteuning van de arme boerenbevolking. Voor het model van coöperaties ging Raiffeisen uit van drie regels:

  1. zelfhulp: iedereen realiseert zich dat je samen beter af bent dan alleen 
  2. zelfverantwoordelijk: iedereen houdt zijn of haar eigen verantwoordelijkheid 
  3. zelfbestuur: je neemt samen verantwoordelijkheid voor de directie en de besturing. De leden krijgen en houden hierdoor een bredere blik op beïnvloeding, beslissingsbevoegdheden en toezicht

Doel blijft ondernemen

Deze grondbeginselen vormen een toetsingskader, maar geen doel op zich. Het doel van de coöperatie is het doel van de onderneming die men samen wil vormen. Het gezamenlijk belang van de leden is de reden voor het opzetten, bijeenhouden en succesvol maken van een coöperatie. Deze principes en regels zijn hulpmiddelen om het doel te bereiken, waarbij het belang van de leden vooropstaat.